top of page

Zondag 9 februari 2025, het Hera Quartet | recensie Klaas Herman de Haan.

muziekkring



Gehoord, gezien en beleefd in de Zuiderkerk in Enkhuizen het concert op  zondag 9 februari 2025, gegeven voor Muziekkring Enkhuizen en Omstreken door het Hera Quartet, met als leden  Dasha Serck en Livia Steffani-viool, Marinha Campos, altviool en Marta Jimenez Rodriguez, cello. Een waardiger ambiance kon men zich niet wensen dan deze prachtige kerk in het centrum van de oude haringstad.

Ludwig van Beethoven (1770-1827): geboren in Bonn, wonderkind, niet alleen als componist een geweldenaar ook als mens een bijzonderheid, mede door zijn opkomende en verergerende doofheid. Strijkkwartet opus 18 nr 4 in c klein.  Het Strijkkwartet is het gebied waarbij hij samen met de symfonieën en  de pianosonates het meest heeft bijgedragen niet alleen aan zijn persoonlijke ontwikkeling, maar ook aan die van deze genres. Het is geschreven in opdracht van prins Lobkovitz en Beethoven kreeg voor deze serie een jaargeld van 600 florijnen, een vorstelijk bedrag. Het is het enige kwartet in mineur van de reeks, met duidelijke invloeden van Haydn en Mozart. Beethoven had een duidelijke belangstelling voor de klassieke vormen als fuga, dubbelfuga, contrapunt en inversie. Hij gaat op zoek teneinde imponerende muzikale structuren te bouwen, maar het hele opus heeft nog iets zoekends, iets gewilds, stijl en idee schuren nogal eens. Overigens had Haydn niet zoveel waardering voor dit jonge opus van Beethoven. I. Allegretto ma non tanto. Een feestelijk aandoende opening met een goed in het gehoor liggend thema, dat met jeugdig elan wordt geserveerd. De leden spelen geconcentreerd, trefzeker en enthousiast. De eerste violiste voert fraai de boventoon. Het fijne thema wordt mooi verder ontwikkeld en Haydn en Mozart kijken welillend en goedkeurend om de hoek mee. De altiste strijkt er lustig en krachtig op los: een lust voor oor en oog . Een prachtstel, zo goed op elkaar ingespeeld, zo fris hun samenspel, zo verfijnd hun toon. Zalige stuwingen in de muziek, die perfect worden weergegeven.  Een sterk slot. II. Andante scherzoso quasi Allegretto. De tweede viool begint, de altiste valt in,  dan de eerste  en tenslotte de cello. Ook hierin laat de typische Beethoveniaanse kortafheid zich meermaals gelden. Een echt Scherzo met puntige ritmes. De altvioliste laat af en toe haar blikken naar boven glijden om de schoonheid van de Zuiderkerk te laten indalen. Er zitten veel contrasten in dit deel, hetgeen verrassend goed werkt. De speelse loopjes buitelen langs en over elkaar heen. Een genot om deze vier jonge musiciennes te horen en te zien spelen in volledige concentratie en overgave aan de muziek die zij zo verrukkelijk vertolken. Een dromerig einde.  III. Allegretto. Een sterk thema dat mooi uitgedragen wordt met sterke accenten, die het een fijn muzikaal aureool verlenen. De eerste viool omspeelt met snelle nootjes het geheel. Ook de tweede violiste komt goed aan haar trekken/streken met intrigerend en sterk spel. Een bijna abrupt slot is ons deel, het deel der toehoorders.  IV. Allegro-Prestissimo.  Een razendsnelle aftrap/afstreek van het thema dat mooi uitgesponnen wordt in een latere en  bredere stroom van klanken, als het overgaat in het Allegro.  Af en toe kijkt de norsige Beethoven even om de hoek, maar evenzeer blikt Wolfgang A.  zeer tevreden over zijn schouder mee. In rustiger vaarwater maar niet voor lang want er is haast geboden op weg naar het eind, hoewel dat nog wel eventjes op zich laat wachten. Een heerlijk stuk!


Bedrich Smetana (1824-1884) Tsjechische componist, pianist, violist en dirigent, hij was de zoon van een  bierbouwer die het maar zozo vond dat zijn zoon niet naar de  bierbrouwerij wilde maar naar het Praagse Conservatorium. In 1848 richtte hij met hulp van Liszt een muziekschool op. Hij verbleef in 1856 en 1859 in Göteborg, was daar dirigent van de Philharmonie. In Praag stichtte hij  in 1863 opnieuw een  muziekschool. Smetana werd in 1874 doof als gevolg van de syfilis waaraan hij leed. In die tijd daarna schreef hij Ma Vlast, mijn vaderland, de serie van zes symfonische gedichten. Het genre is bedacht door Liszt. Eerste strijkkwartet in e klein uit 1876: Uit mijn leven. Het is autobiografische en programmatische muziek.  I. Allegro vivo appassionato: De roep van het lot. Een krachtige klaroenstoot a.h.w. als begin, gevolgd door fraaie melodieën door de alt voorgedragen.  De muziek is vrolijk, uitdagend, krachtig  en meeslepend.  Dan intiemer  rustiger  waarbij de lijnen die de cello strijkt  opvallen. Thema van de eerste viool word overgenomen door de cello. Sterk, breed spel en vervolgens kabbelt de muziek langs grazige weiden, dartele beekjes en lieflijke dalen.  De vier instrumenten krijgen evenveel aandacht van de composnist Smetana. Af en toe onrust in de cellopartij. Zachte,  ingetogen passages die naar het einde van dit deel voeren.                II. Allegro moderato à la Polka: Herinneringen aan een zorgeloze jeugd. Een uitgelaten start dansant en een uitgelaten vervolg met vele vrolijke accenten waarbij je de Tsechische volksdansers  in gedachten ziet rondzwieren en wervelen op de dansvloer! Een razendsnel vervolg virtuoos en uitgelaten dartel met snelle streken en loopjes. Volksmuziek in optima forma, steeds sneller en sneller. Dan weer een korte pauze  met de herneming van het stuk.   

 III. Largo sostenuto:  Dood van zijn vrouw en nationale bewustwording. De cello introduceert een donker wat somber thema, de anderen vallen bij,  zacht en flemend, smekend als het ware. Dan zwijgt de cello. Prachtig is het aanzwellen van piano naar forte. Een lyrische eerste viool, zacht begeleid door de anderen; stuwing hemelwaarts. Een heftige passage, dramatisch  dan stil spel,  pizzicati van de cello, bedachtzaam en haast filosoferend. Eerste viool sterk en de rest valt in. Het spel golft door de kerk,  fluisterspel van tweede violiste en alt, gevolgd door de cello die ons een heerlijke melodie voortovert, waarbij de rest begeleidt. Introverte muziek met een fluisterzacht slot.   IV. Vivace : Waarschuwingen voor dreigende doofheid. Smetana: “Het zijn herinneringen  aan mijn leven en de catastrofe van volledige doofheid.” Een stevig en kloek thema wordt levendig ontvouwd en uitgewerkt. Af en toe pizzicati in de eerste en tweede  violen. Zeer afwisselend in harmonieën en uitdrukkingsvorm. Af en toe bijna van een marsachtig karakter. Met vuur en aanstekelijke geestdrift wordt deze muziek gespeeld en daar is dan ineens die hoge E van  de eerste viool., waar het publiek vooraf attent op is gemaakt. Gedragen zacht spel, dat weer aanzwelt. Een stilte valt, dan een stil slot met een enkele pizzicato. Indrukwekkend! 


Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975) wordt beschouwd als een wonderkind, zoals ook de vorige twee componisten. Op zijn dertiende studeerde hij aan het Petersburgse Keizerlijke Conservatorium o.a. bij Glazoenov en studeerde af met zijn Eerste Symfonie, die alle kenmerken van zijn latere werk al in zich  heeft: een meesterlijke orkestratie, bizarre contrasten en stekelige dissonanten. Hij had menige aanvaring met de Sovjetautoriteiten in Moskou vanwege zijn opera Lady MacBeth uit Mtsensk, maar bleef ondanks alles in het land, in tegenstelling tot bv  Stravinski en Prokofjev. Trok zelfs een complete symfonie terug (de vierde) vanwege partijbezwaren tegen het werk. Sjostakovitsj had in de bescheiden hal van zijn appartement in Moskou elke dag een koffer klaarstaan voor het geval hij gearresteerd zou worden. Hij was een zeer vruchtbaar componist, schreef piano- viool- en celloconcerten, 15 symfonieën, waarvan de 9de , de Leningrad het bekendst werd. Heel veel film- en kamermuziek componeerde hij, waaronder 15 strijkkwartetten. Sjostakovitsj droeg dit kwartet op aan het Beethovenkwartet, dat ook de première deed.  Hij overleed in 1975 aan een serie hartinfarcten . I. Allegretto.  Een vrolijk en  vredig thema hups en dansant met af en toe een dissonantje. Het hoofdthema wordt voortdurend  in allerlei kleinere en grotere veranderingen herhaald en krijgt daardoor een wat dwingend karakter. Razendsnelle arpeggio’s culmineren in een merkwaardig stil slot!  II. Gematigd met motor. Dreiging.  De alt herhaalt de donkere passages , beantwoord door de anderen in korte akkoorden.  De hoofdmelodie dreigt voortdurend te ontsporen. Korte nootjes  op 2de, alt en cello en de 1ste speelt zachte hoge tonen  hetgeen een bijzonder effect geeft. Harmonieën wisselen af  met dissonanten ; stuwende klanken. Heel hoge korte nootjes scheppen een geheimzinnige sfeer. De alt dreigt d.m.v.  toonladders…Stilte…. III.  Allegro niet te groot. Gewelddadig. Tweede en altviool en cello dreigende, korte en heftige klanken; hoge schrille tonen van de eerste viool. Een marsachtig termpo, snel, nerveus en gejaagd. Alt weer pregnant aanwezig. Gewelddadigheden en dreigingen omgezet in muziek: Hoe is het mogelijk. Sjostakovitsj doet het, deed het. Dwingende en heftige muziek die dwars door je ziel snijdt. Een abrupt einde.   IV. Adagio (aanslag) en V. Gematigd. Frustraties. Een gedragen begin, lieflijke melodieën door de 1ste. Violiste, met een unisono voortzetting van de anderen. Dan zwijgt de cello, is dat de stilte voor de storm? Doortastend en energiek spel van toch weer die cello. Dan neemt de eerste het voortouw met gedragen spel met schril commentaar van de anderen. De cello draagt voor, de alt neemt over: donker spel, zacht en monotoon. Cello herneemt rol , alt met pizzicati, de eerste valt in,  de tweede volgt en nu stroomt de muziek zacht en lieflijk met beurtelings pizzicati van de anderen. Een nieuwe melodielijn opent zich, vlot, de eerste en de cello unisono; de muziek wordt heftiger , schriller, alarmerender. Stil solospel van cello,. daarna een soort opgewekt dansje,  dan valt de muziek bijna stil, zachtjes heel zachtjes en stopt tenslotte met een pizzicato van allen. Groot applaus en dank aan het Bestuur van de Muziekkring voor de organatie van dit voortreffelijke concert!                                                                              


Klaas Herman de Haan, Liefhebber  

 
 
 

Comments


bottom of page