top of page

Viride kwartet - 26 februari 2023

Bijgewerkt op: 11 sep. 2023

Gehoord, gezien en beleefd in de Drommedaris te Enkhuizen het concert op zondag 26 februari 2023, gegeven voor de Muziekkring Enkhuizen en Omstreken door het Viride kwartet, dat bestaat uit Salomé Bonnema en Nadia ten Kate-viool, Sedna Heizman-altviool en Jurre Koopmans-cello.

Alweer het vierde concert voor de Muziekkring vandaag. Strijkkwartet, altijd een boeiende groep musici die bijzonder op elkaar ingespeeld moeten zijn willen de leden optimaal presteren. Bij het Viride kwartet geldt: hoe pril en jong nog, hun CV is voorbeeldig. Ze staken hun kwartettenlicht op bij belangrijke hedendaagse kwartetten als Matangi-, Dudok- en zelfs het Jerusalemkwartet…Hun programma is uitdagend te noemen met Haydn en Mendelssohn als “oud-gedienden” en Pijper, Smit en Sjostakovitsj als hippe modernen. Vooral bij Pijper zullen we veel wat ons vertrouwd en aangenaam in de oren klinkt moeten loslaten en proberen met nieuwe oren te luisteren. Voorzitter Joke Poelsma opende op vriendelijke wijze het concert, deed nog een mededeling over het TOEAC-concert van 1 april dat niet in Drom maar in de Nutszaal zal plaatsvinden i.v.m. het grote feest vanwege het 75-jarig bestaan van het Zuiderzeemuseum. En er zijn fraaie tulpenboeketten in de zaal aanwezig, die zijn te danken aan ene heer Karel.

Franz Joseph Haydn (1732-1809), erg beroemd en geliefd in zijn eigen tijd (en nu nog natuurlijk); hij wordt tot de eerste Weense school gerekend, samen met Mozart en Van Beethoven. Kwam uit een eenvoudig milieu, zong als sopraan in het knapenkoor van de Stephansdom en ontsnapte aan castratie door het verzet van zijn vader. Werd in 1755 kapelmeester aan het hof van Graaf Von Morzin en in 1761 kwam hij bij de schatrijke Esterhazy’s in dienst. In 1779 bedong hij het auteursrecht op zijn eigen composities want voordien berustte dat bij de broodheer. Hij was buitengewoon vruchtbaar als componist, schreef 125 barytontrio’s, tenminste 104 symfonieën, 24 opera’s. Hij bracht Strijkkwartet en Symfonie tot volle wasdom. Ontmoette in 1782 Mozart, ging naar Londen in 1790 waar hij triomfen vierde met zijn Schöpfung en Jahreszeiten. Maar nu dus Strijkkwartet opus 76 nr 1 in G Groot. I. Allegro con spirito. Ze gaan voortvarend en energiek van start met het sterke en elegante thema. Een fijne afwisseling van forte en piano. Bij de reprise en doorwerking van het hoofdthema vinden speelsheid, spelplezier en muzikaliteit elkaar in een prachtige mix. Er is voortdurend oogcontact tussen de enthousiaste musici. Een mooi slot! II. Adagio sostenuto. Een plechtig begin, gevoelvol en zeker ter snaren gebracht; fijnzinnig spel, bijna fluisterend, ingetogen en toch zeker. Crescendo en een solistisch stukje van de 1ste viool: wat een sereniteit, prachtig! Dan de reprise, even plechtig en klankrijk gespeeld. Zeer intiem spel, een klein crescendo en een fragiel gespeeld slot, dat ingeluid werd door alt en cello. III. Menuetto presto. Een verrassend begin met de razendsnel gespeelde loopjes, met een zekere heftigheid vertolkt. Pizzicato cello, dan een verrukkelijk dansant thema dat inventief werd uitgewerkt en door de spelers verrassend en krachtig voorgedragen werd. IV. Allegro ma non troppo. Unisono start van het thema dat dan steeds door een enkel instrument werd voorgedragen. Een vrolijk makend stuk, uitbundig en stralend gespeeld. Reprise, weer verrassend: Ja papa Haydn wist van wanten! En Viride treedt in diens virtuoze voetsporen. Welk een Joie de Jouer, et de Vivre en daarvan geniet het publiek dat ademloos en geconcentreerd toehoort. De herhaling in majeur is feestelijker dan ooit en zo snelt Viride joyeus naar het slot. Een belevenis!

Willem Frederik Johannes Pijper (1894-1947). Nederlands componist, pianist en muziektheoreticus. Hij studeerde hij af in 1915 aan de Toonkunstmuziekschool, later Utrechts Conservatorium, bij Johan Wagenaar. De eerste uitvoering van zijn werk had plaats in 1917. Hij schreef muziekkritieken in vele dag- en weekbladen. In 1925 werd hij docent aan het Amsterdams Conservatorium, waar hij vele leerlingen had, o.a. Henk Badings, Henriëtte Bosmans, Oscar van Hemel, Rudolf Escher. Hij werd aanvankelijk beïnvloed door Mahler, daarna door Debussy, Ravel en nog later door Milhaud, Bartók en Stravinsky. Hij gebruikte polyritmiek en polytonaliteit, ontwikkelde zijn zgn. Kiemceltechniek of Kiemceltheorie, waarbij allerlei thema’s zich afzetten tegen een bijna onveranderlijk klankcentrum. Hij was wars van lyriek in de muziek.(!) Hij schreef de opera’s Halewijn en Merlijn en ook Vrijmetselaarsmuziek. Alle composities die hij thuis bewaarde gingen verloren in het bombardement van Rotterdam in mei 1940. Pijpers muzikale revolutie begon bij het strijkkwartet, en dat was goed te horen. Strijkkwartet nr. 2 I. Molto moderato. Als om de moderniteit te illustreren speelde men van een I-Pad. Allerhande speeltechnieken worden in de strijd gegooid. Want soms klinkt deze muziek als een gevecht tegen elkaar. Het begrip harmonie kun je maar beter buitenspel zetten. Groter contrast met Haydn is niet denkbaar, of het moet om Stockhausen c.s. gaan. Maar Virides gedrevenheid en enthousiasme is minstens net zo groot. Een driewerf pizzicato beëindigt het eerste deel. II. Adagio. begint met een zwijgende cello. De drie violistes zwermen in uiterst ijle klankweefsels om elkaar heen. De cello speelt constant pizzicati. Vervolgens zeer subtiel spel van de 1ste en 2de violen. Dan vlotte passages die hups en haast gezellig aandoen. Donkere celloklank wordt beantwoord met fijnzinnige vioolklanken. Ragfijn spel van een lyrische 1ste viool. Pijper was dol op pizzicati, het stuk is er vol van. Een bijzonder slot.

Leo Smit (1900-1943). Hij studeerde aan het Amsterdams Conservatorium o.a. bij Sem Dresden, van 1927 tot ’37 verbleef hij in Parijs, waar hij omging met de componisten van de Groupe des Six (waarvan Honegger, Milhaud en Poulenc de belangrijkste waren) die hem natuurlijk beïnvloedden, waardoor zijn muziek Frans georiënteerd was. Zijn composities zijn speels van aard en getuigen van muzikale intelligentie. Hij schreef Concertino’s voor solo-instrumenten, tal van kamermuziekwerken, een symfonie, een orkestsuite en balletmuziek. Vanwege zijn Joodse afkomst werd hij in Sobibor vermoord in 1943. Strijkkwartet (Onvoltooid) I. Allegro ma non troppo. Een energiek begin met veel dissonanten, die rechter functioneel en niet onnatuurlijk aandoen. Ook Smit bedient zich veelvuldig van de al eerder genoemde pizzicati, vooral in de cellopartij. Hij componeert duidelijk melodieuzer dan Pijper in zijn 2de Kwartet. De krachtige tonen overheersen, af en toe een diminuendo. De 1ste en 2de violisten kunnen het goed samen vinden! Een flinke dosis vrolijkheid, kracht en enthousiasme spreidt Viride ten toon door Smit. Mooi! II. Scherzo. Een kort en bondig stuk vol frivoliteiten en ook zo gespeeld, maar helaas, het stuk eindigt onverwacht en abrupt: ja, het is inderdaad onvoltooid. Een bijzondere ervaring kun je dit 2de Kwartet van Leo Smit zeker noemen…

Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975) studeerde aan het Petersburgse Conservatorium, vierde op zijn 19de triomfen met zijn Eerste Symfonie, had tamelijk veel artistieke vrijheid onder Lenin. Hij worstelde met het onderdrukkende regime van Stalin, waarbij hij menige botsing trotseerde, zo zelfs dat hij altijd een koffertje klaar had staan verwachtend dat hij gearresteerd zou kunnen worden. “Mijn 7de symfonie gaat over het Leningrad dat door Stalin verwoest werd en waar Hitler slechts de genadeklap uitdeelde,” zei hij ooit. Hij schreef 15 symfonieën, 15 strijkkwartetten, concerten voor piano en viool, filmmuziek, een oratorium, werk voor harmonieorkest, zes opera’s, operettes, balletten etc. etc. Twee stukken voor Strijkkwartet, I. Elegie. Adagio. Deze Elegie is gebaseerd op een aria van Katerina uit zijn opera Lady Mac Beth uit Mtsensk. Het gedragen thema wordt elegant voorgespeeld. Het doet zeer zangerig aan, vol verlangen maar in de cellopartij zit het venijn van een ongelukkige vrouw in haar weinig florissante relatie. Sjostakovitsj verbeeldt dit fantastisch door verlangen en verdriet vorm te geven in deze aangrijpende muziek. II. Polka. Allegretto. (Een ironisch commentaar op de gebeurtenissen rond 1920…) Het thema pizzicato (!) gespeeld met flair en het ontlokt spelers en publiek menige glimlach. Geestige en vrolijke muziek maar ook af en toe wrang, die af en toe lijkt te ontsporen. Een hilarisch slot.

Willem Pijper. Strijkkwartet nr 5. I. Allegretto. Een rustig begin waarin elk instrument zijn draai probeert te vinden. Het klinkt sonoor en stevig. Er zijn mooie golvingen in de lijnen waarneembaar in elke vioolpartij, met pittige accenten. Vergeleken met nr. 2 lijken er minder dissonanten, het klinkt veel “violistischer” met brede streken en helder klinkende tonen. De alt speelt een belangrijke rol. Het slot is elegisch mooi. II. Poco adagio. Een rustig en gedragen begin met allengs meer dissonantiën… De muziek maakt een droeve indruk, gaat rustig zijn gang, de alt speelt vliegende arpeggio’s en daarna de cello. Tenslotte geeft de alt het sein voor het slotakkoord.

Felix Mendelssohn-Bartholdy (1809-1847), was zoals Mozart een wonderkind. Hij kreeg een zeer veelzijdige scholing en opleiding, waarbij zijn uitzonderlijke muzikale talenten al snel zicht- en hoorbaar werden. Zijn vier jaar oudere zus en componiste Fanny heeft altijd in Felix’ schaduw gestaan, net zoals Nannerl bij Wolfgang. Fanny overleed 10 dagen na haar broer. Diens oeuvre is groot en veelzijdig, zijn stijl is behoudend. Hij was fan van Bach en voerde voor het eerst weer de Mattheüs Passie uit. Strijkkwartet nr. 2 opus 13 in a-kl. Geschreven als hommage aan Beethoven, die in 1827 overleed. Mendelssohn was toen 18 jaar en het is in feite zijn eerste volwaardige strijkkwartet. I. Adagio. Allegro vivace. Een plechtig begin waarbij cello en alt hun donkere tonen extra indrukwekkend laten klinken. Het Allegro gaat voortvarend van start met een belangrijke rol voor de 1ste viool. De zangerigheid van thema en doorwerking is verrassend. Een mooie interactie plus gedrevenheid karakteriseren het Viride-samenspel. Meeslepende melodieën, prachtig en verfijnd spelen deze jonge musici de Beethoveniaanse en Mendelssohnse sterren van de muziekhemel. Een hartstochtelijk slot. II. Adagio ma non lento. Een plechtig begin, gevoelvol gebracht. Bijna fluisterend, ingetogen en toch zeker van de zaak. Dan crescendo en een solistisch stukje van de 1ste violiste: wat een sereniteit!. De reprise, even plechtig en klankrijk gespeeld; intiem spel, en een fragiel voorgedragen slot, dat ingeluid werd door alt en cello. III. Intermezzo. Allegro con moto. Een bekend thema, dat op de cello en dat pizzicato (!) wordt begeleid door de drie anderen. Heerlijk om naar te luisteren. Verkwikkende muziek. Een opgewekt vervolg met vrolijk musiceerwerk dat bijna in galop wordt voortgezet. De reprise met fijne uitwerkingen en een leuk slot. IV. Presto. Krachtig begin met verrassende figuren, vervoerende melodieën, die gepassioneerd worden neergezet. Dit is al bijna voorbij Beethoven hoewel deze ook al uitbarstingen van emotie in zijn composities vervlocht. . Maar wat een hartstocht, welk een gedrevenheid spreidden deze jonge musici ten toon. Een genot om te horen en te zien en te beleven. Unisono slot! En toen was er aan dit verrukkelijke optreden een einde gekomen. De vier Viridianen kregen de klassieke hulde: na het enthousiaste applaus het smakelijke aandenken uitgereikt door onze Voorzitter. In de pauze en na het optreden konden bezoekers het gastenboek voorzien van een opmerking. Een noviteit! Een heerlijk belevenis was dit concert aan het eind van februari!

Liefhebber, Klaas Herman de Haan.











42 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page