Van ieder concert wordt verslag gedaan door Klaas Herman de Haan
Lees hieronder een terugblik op ons laatste concert op 9 oktober 2021
Gehoord, gezien en beleefd in de ZUIDERKERK in Enkhuizen het concert op zaterdag 9 oktober 2021, gegeven voor de Muziekkring Enkhuizen en Omstreken door het duo Gross-Luccini: Katharina Gross, cello en Luca Lucini, gitaar.
Weer een concert waar we met verlangen naar hebben uitgekeken, niet in de laatste plaats vanwege de instrumentencombinatie: gitaar en cello. De titel van het programma luidt: Veertien juwelen, alle uit de muziektijd van de 20ste eeuw: De Falla, Falloni, Thomas, Di Marino, Marinissen en Gnattali, van wie mij alleen de eerste naam bekend voorkwam. Erg benieuwd hoe de klankverhoudingen in de Zuiderkerk tot uiting en hun recht zullen komen. Joke Poelsma opende het concert met enkele snedige opmerkingen en een drietal belangrijke mededelingen. * I.v.m. 75 jaar Muziekkring: voor kinderen tussen 3 en 7 jaar is er op 24 oktober een leuke muzikale kennismaking o.l.v. Andrea Botman. * Er komt een prijsvraag op de site met als prijs een toegangskaart voor het komende concert. * Op het concert van 9 november vervangt het Lumen Ensemble (harp en viool) het Babylon ensemble.
Manuel Maria de Falla y Matheu, studeerde aan het conservatorium van Madrid piano en compositie, en was geïntrigeerd door de Andalusische flamenco. Studeerde ook in Parijs waar hij beïnvloed werd door Debussy, Ravel en Dukas. Hij vertrok in 1939 naar Argentinië waar hij is 1946 stierf. Suite populaire Espagnole (1914) Suite van Spaanse volksliederen. Origineel voor viool en piano geschreven. I. El pano moruno (de Moorse doek) De cello opent met vier forse streken gevolgd door pizzicati. Dan een zangerig thema op de cello fraai begeleid door de gitarist. Het Spaanse elan spat eraf, ook al gaat het om een Moorse doek. Een rustig einde. II. Asturiana (troost zoekend bij de pijnboom) De gitaarakkoorden klinken zoet en zacht en enigszins treurig op. De cello begeleidt nu ingehouden en klaaglijk. De klankkleuren en stemmen der instrumenten passen wondermooi bij elkaar. III. Jota (de mensen hoeven enkel maar onze harten te vragen of we van elkaar houden) Opgewekte pizzicati en gestrijk van de celliste en deze warme klanken vervullen je gemoed en daar ging het ook om in Jota. Er volgen romantische passages en een zoet einde is daar. IV. Nana (slaapliedje) Een lieflijke melodie die je zo zou kunnen laten indommelen. Cello zacht en intiem, een fluisterend einde. V. Canción (lied) Opgewekt en vrolijk klinken de snaren van beide instrumenten. Fijne muziek! VI. Polo (ai! ik voel smartepijn in mijn borst). Stevig gitaarspel, ongeduldige tonen die door de cello worden omspeeld. De gitaar speelt in- en aansluitend snel en donker gevolgd door . een pracht slot.
Matteo Falloni. Italiaans pianist en vruchtbaar componist, alsook docent, studeerde in Brescia en Triëst) Juwel (2008) origineel voor bandoneon en gitaar gecomponeerd. Hij is een vriend van beide musici. Rustige klanken van de gitaar, lieflijk en zacht. De cello valt even kalm in en speelt meeslepend en elegisch, door de gitaar begeleid met bescheiden akkoorden. De mineurstemming versterkt het licht melancholische van het stuk. Jewel heet het, ik zou zeggen een pareltje! Gitaarsolo verstild en zoet, de cello valt weer bij, dubbelgrepen: een zekere sonore droefheid, en dan de wegstervende celloklank….
Alan Thomas. Een Amerikaanse eclectisch musicus en componist, die zowel de luitcomposities van Bach als wel werk van Ozzy Osborne op zijn repertoire heeft. Julian Bream en György Ligeti zijn zijn muzikale helden. Uit het Balkan Songbook (oorspronkelijk voor fluit en gitaar geschreven)- I. Sivi grivi (de droom van de herder, Bulgaarse dans, in een a-symmetrische maat in 7/8, met diatonische melodievorming) De gitaar leidt in, cello valt in, de gitaar gaat meteen op de Balkantour maar dan keert de rust terug naar een wat beschouwender klankweefsel. Passages waarbij de herder waarschijnlijk droomde dat een wolf of beer zijn kudde belaagde. Gevaar afgewend, rustiger, sneller, slaggitaar. Een abrupt slot. II. Lament (klacht over de gestorven geliefde) Verstilde gitaarklanken, zachte cellotonen, verdrietig en langzaam en in het lage register. De gitaar neemt de elegie over en de cello begeleidt met lange slepende klanken. Een zacht en berustend einde. III. Haj, meme majka (snel in 9/8 maat, met Arabische en flamenco-invloeden; mijn moeder heeft alleen mij en wil me weggeven aan een vent die ik niet wil) Meeslepende muziek, sterk ritmisch, soms kortaf en abrupt, afwerend. Snelle gitaarpassages waarbij de klankkast wordt beklopt, snelle loopjes, slaggitaarspel. De crescendi en diminuendi volgen elkaar snel op; een diepe cellotoon als slot.
Na de pauze dus geen Dusan Bogdanovic maar Roberto di Marino: Notturno. Geboren in Trento (It, 1956), waar hij ook aan het conservatorium (af)studeerde in compositie, koormuziek en koordirectie, jazz en arrangeren. Hij doceert in Verona. Lyrisch begin van beide, sereen en gedragen vinden de gespeelde noten hun weg door de gewelven van de door beide musici geprezen wonderschone Zuiderkerk. (Als ze in Nederland zouden gaan wonen zou dat in Enkhuizen zijn, vertelden Katharina Gross en Luca Lucini) Herhaling van het thema; zoetvloeiend en stillend alle gevoelens van onvrede die wellicht latent in onze harten aanwezig zijn. De arpeggio’s op de cello klinken waardig en de gitaar begeleidt lyrisch schoon en zo sterft de klank weg.
Arnold Marinissen: Slagwerker en componist. Studeerde aan het Conservatorium van Den Haag en is nu docent aan het Amsterdams Conservatorium. Mestre Claudinei is gebaseerd op een solo-optreden van deze Braziliaanse berimbau-speler. De berimbau is waarschijnlijk afkomstig uit Afrika en bestaat uit een holle kalebas, waarover een lange stok bevestigd is en waarlangs één snaar gespannen is waarop geslagen kan worden met een stokje, terwijl een steen op de snaar wordt gedrukt.. Het optreden werd door Marinissen verfraaid, geharmoniseerd en er werd op gevarieerd. Een wonderbaarlijk maar ook verwarrend stuk muziek, zo totaal anders als onze toch wel geoefende oren gewend zijn. Er werd op de snaren geslagen met de strijkstok, er waren volop pizzicati, eentonige gitaarakkoorden. Vervreemdende effecten, versnelling, schrale cellotonen. Een bijzonder slot.
Gnattali: Sonate voor gitaar en cello. Braziliaans componist uit Italiaanse ouders, die hem naar de bekende operafiguur uit Verdi’s Aïda noemden. Hij was zowel in de klassieke muziek als in het populaire genre een meester: klassiek, pop, jazz, samba etc. Hij werd componist op eigen kracht en was een gevierd pianist I. Allegretto comodo (gemakkelijk, in prettig tempo) Een welhaast klassiek begin met strijken en pizzicati (cello), de gitaar begeleidt vrolijk; zo hier en daar wat dissonantjes maar niet onaangenaam voor het oor. Volle celloklank in het lage register, veel pizzicati. Gitaarsolo, dan weer aangenaam samenspel; een pittig en puntig einde. II. Adagio De gitaar neemt het voortouw, de cello volgt, zangerig in het hoge register van de gitaar. Meeslepende tonen van de cello, langzaam en weer laag. Melodieuze passages en een sereen einde. III. Con spirito. Een geestdriftig begin met kunstig gitaarspel, snelle passages, heel ritmisch en heel gepassioneerd spel; glissandi, snel en krachtig, lichtelijk opzwepend en een daverend slot! Na het eindritueel met applaus en attenties een toegift waarbij men nogmaals het slaapliedje Nana ten gehore bracht voor een geestdriftig publiek dat zeer tevreden huiswaarts trok. Een heerlijke belevenis en pluimen voor het Bestuur, waarbij men het vele werk dat aan een concert voorafgaat geheel achter de schermen doet! Klaas Herman de Haan, Liefhebber.
Comments