
Beiden hebben hun sporen verdiend in de vele en rijke gebieden der klassieke muziek. Zij brengen ons een gevarieerd programma van Van Beethoven tot Messiaen en van Fauré tot Vignery.
Ludwig van Beethoven (1770-1827): geboren in Bonn, wonderkind, niet alleen als componist een geweldenaar ook als mens een bijzonderheid, mede door zijn opkomende en verergerende doofheid. Beethoven schreef dit werk in 1800 toen hij nog niet zo bekend was, in tegenstelling tot de Boheemse hoornist Jan Stich (zich later noemende Giovanni Punto), met wie hij het werk in première bracht. Beethoven bewerkte het later voor cello en daarna nog voor fluit en viool. Sonate voor hoorn en piano opus 17 I. Allegro moderato. Een spetterende start op de hoorn als inleiding op het thema dat de pianist
ontvouwt op zijn klavier. Opvallend zijn de verschillen in klankkleur die hij uit zijn instrument weet te toveren. Het thema is joviaal-martiaal Beethoveniaans met fraai samenspel tussen die twee. Bij de reprise nogmaals het prettig in het gehoor liggende thema. Bij de doorwerking o.a. een aangename afwisseling tussen Forte en Piano en de beide instrumenten. Spectaculair zijn de ultra lage tonen die Mees Vos uit zijn
instrument liet horen. Na het eerste deel enthousiaste bijval van het publiek. II. Poco Adagio, quasi Andante III. Rondo, Allegro Moderato. Een haast aarzelend begin van de hoorn en dan de piano die inzet, bescheiden; ingetogen klinken de beide instrumenten samen. Een mooi thema wordt opgebouwd en uitgewerkt. Na een kleine pianosolo geht es wieder los in een fijne klassieke samenhang. De invloeden van Mozart en Haydn zijn duidelijk waarneembaar in themaopbouw en uitvoering. Een fijn slot bekroont deze
plezierige sonate!
Johannes Brahms (1833-1897) Groot componist, een verlegen mens, hopeloos verliefd op Clara Schumann, schepper van prachtige romantische muziek. Uit: Intermezzo voor piano solo opus 117 Andante moderato in Es. Hoornist Vos mag even terzijde uitrusten zodat pianist De Man kan schitteren in deze
intieme “Lieder meiner Schmerz” zoals Brahms ze zelf typeerde. Een bekende melodie, dromerig en intiem stijgt uit de vleugel op, meer een bedachtzame Weltschmerz met af en toe apart aandoende akkoorden. Dedoorwerking geeft wat opluchting en lijkt wat te knipogen naar het slot. Het is een zoetvloeiende klankwereld die Laurens de Man ons hier voortovert. Andante con moto in cis. Het begint unisono en daaruit ontwikkelt zich een bloeiend thema dat hij fraai gedecoreerd speelt, ook als het wat heftiger
wordt. Maar daar komen wat vrolijker passages die het zoete verdriet snel doen vergeten. Af en toe kijkt Debussy zijn klankschilderende componeerwijze even knipogend om de hoek. Het is boeiend te zien hoe De Man de toetsen beroert met de uiterste precisie, met liefde en zachtheid… Applaus!
Robert Schumann: (1810-1856) Groot componist van zeer uiteenlopende. werken, was regelmatig zwaar depressief. Adagio en Allegro voor hoorn en piano opus 70 in as kl.t. Hij schreef ook versies voor viool en altviool of contrabas. Clara Schumann-Wieck: “Dit is precies het soort muziek dat ik mooi vind, briljant, fris en gepassioneerd.” kortom: Romantiek in Optima Forma! Dromerig begin, meeslepende melodie die meedeint op een bespiegelend romantisch gemoed, de ene kant van Schumanns karakter. Lange
melodielijnen krachtig neergezet uitmonden in een zoet passeren van zachte tonen, mooi rond, zoals het een hoorn betaamt. Het is meeslepende muziek. Verder een levendige start van haast overmoedig hoornspel. De piano staat zijn mannetje bij deze sterke en vrolijke muziek. Dan komt de inkeer terug en die leidt naar een heerlijk optimistisch einde.
Gabriel Fauré (1845-1924) samen met Debussy en Ravel de belangrijkste componist van zijn generatie. Saint-Saëns was een van zijn leraren. Het Gregoriaans hielp Fauré zijn romantische gevoel voor overdaad en hopeloosheid te beteugelen. Zijn muziek is ingetogen en fijnzinnig. Leerlingen van hem waren Ravel, Enescu, Boulanger, Aubert. Pavane opus 50, voor piano en hoorn. Er is ook een versie voor orkest, met of zonder koor. (Een Pavane is een langzame dans uit de Renaissance.) “Deze muziek is elegant maar onbelangrijk,” zei hij zelf over dit stuk. Een overbekend en prachtig thema dat zoetvloeiend onze oren
besluipt en streelt. De zachte ronde en warme klank van de hoorn vermengt zich met retrospectieve pianospel. De vleugel neemt het thema over en dan is het weer de beurt aan de hoorn en zo gaat het aangenaam verder tot de slotnoten weerklinken. Een heel mooi muziekwerk is dit!
Claude Debussy (1862-1917) ging jong naar het Conservatoire de Paris waar hij les kreeg van o.a. César Franck, in 1882 maakte hij een reis naar Rusland, in 1884 won hij de Prix de Rome. Beïnvloed door Wagner, maar vooral door de Javaanse gamelanklanken die hij hoorde op de Wereldtentoonstelling in Parijs in 1889, wist hij een heel eigen klankidioom te scheppen. Hij was muziekrecensent van diverse bladen; hij leed vanaf 1909 aan darmkanker die hem uiteindelijk fataal werd. Hij sloeg nieuwe wegen in: met aparte klankcombinaties en harmonieën schiep hij geheel eigen klankwerelden als in Prélude à l’Après Midi d’un Faune en La Mer. Uitspraken van hem zijn: “Ik probeer iets anders te doen wat door
imbecielen impressionisme genoemd wordt.” en “Muziek is gemaakt van uit kleuren en afgepaste ritmes.”
“Wat fijn dat u bent gebleven voor het Franse programma van na de pauze!” begroette ons Mees Vos. Uit :Préludes pour piano, livre I. La Fille aux cheveux de lin. (Meisje met haren van vlas) Dromerig in het typische klankidioom van Debussy: het schilderen en tekenen met klanken die een heel palet van kleuren oproepen. II. Minstrels. korte klanknotities, sprongen en sprongetjes, in de baskant motiefjes, in de diskant vrolijke sprongen. robuuste grepen in de toetsen en voorzichtige verkenningen in de klankkleuren en -groepen.
Olivier Messiaen (1908-1992). Frans pianist, organist componist, wiens werk beïnvloed werd door de geloofsleer van het Katholicisme. Hij studeerde bij Widor, Dukas en Dupré. Tot zijn dood organist van de Église de la Trinité. Als krijgsgevangene schreef hij “Kwartet voor het einde der tijden.” Schreef een opera over Sint Franciscus van Assisi. Vogelzang inspireerde hem zeer. Creëerde melodische en ritmische vernieuwingen. Zijn leerlingen zijn: Boulez, Xenakis, Stockhausen, Nagano en Ton de Leeuw. Vocalise –Etude pour voix et piano in de versie voor hoorn. Het is een bijna academisch stuk. Waarschijnlijk geschreven als docent aan het Parijse Conservatorium waar hij lang aan verbonden was. Een vocalise is
voor de menselijke stem bedoeld. De invloed van Debussy is duidelijk aanwezig: mooi wegmeanderende klankreeksen op afwisselend hoorn en piano. Een bijzondere oefening voor zowel hoornspeler als pianist. Kernachtige passages afgewisseld door dromerige sprongen en loopjes voor de hoorn en een mild en lief einde.
Jeanne Vignery (1913-1974) Sonate voor hoorn en piano opus 7 (1943) Belgische componiste, studeerde in Parijs bij o.a. Nadia Boulanger en Paul Dukas. “Muziek is architectuur in beweging.” Het geloof in deze definitie is de basis voor mijn muzikale denken”. Dit werk kan een standaardstuk voor hoorn en piano genoemd worden. Zij kwam bij een treinongeval om het leven. I. Allegro. Een doortastend begin, een roffel op de liefde en het leven, schallend en vrolijk, de toonladders vliegen je om de oren. Dan weer à la Debussy; meeslepende melodieën in zachte deining in hoorn en piano, klankkleuren vol, rond, sterk, zoet,
zacht, dan weer naar breed en voluptueus. Het is sterke muziek, voluit het leven vertolkend; wisselende klanken van hoorn: zacht, geknepen, als trompet met demper, Heel fijne en bijzondere muziek met een energiek slot. II. Lento ma non troppo. Zacht zich herhalend pianospel begeleid op de hoorn op dezelfde wijze, bespiegelend, verkennend, dromerig, lyrisch van toon en sfeer, overgaand in sterkere contrasten in de pianopartij, terwijl de hoorn ingekeerd speelt. En zo meandert het spel voort. Dan weer breed uitwaaierende klanken door de Dromzaal: een bijzondere ervaring voor een aandachtig en gretig luisterend publiek, dat hierdoor weer eens de bevestiging krijgt wat een weelde en voorrecht het is een
concert als dit, georganiseerd door het bestuur van de Muziekkring te mogen en kunnen beleven! Een lang aangehouden hoorntoon besluit dit deel, omlijst door wegstervende pianoklanken. III. Allegro ben moderato. Korte hoornstootjes, grappige geluiden ontlokt Vos aan zijn instrument. Een jolig, vrolijk, dansant en huppelend stuk muziek dat vreugde in het leven uitdraagt, gevolgd door een daverend slot. Chapeau! Een groot en langdurig applaus doet de beide heren nog besluiten tot een toegift in de vorm vaneen stuk van Nadia Boulanger: Cantique: met een dromerig begin van beiden. Heerlijk zoete en
aandachtige muziek die over de liefde zijn/haar zegen uitspreekt. Een verrukkelijk concert eindigde zo,ons gebracht door Laurens de Man en Mees Vos en geproduceerd door de Muziekkring Enkhuizen.
Klaas Herman de Haan, Liefhebber
Comments