Gehoord, gezien en beleefd in de Zuiderkerk in Enkhuizen het concert op 10 september 2023 gegeven voor de Muziekkring Enkhuizen en Omstreken door het Bach Ensemble Amsterdam dat o.l.v. Paulien Kostense (orkest) en Michiel Meijer (koor), hij treedt ook op als bas/bariton. De andere solisten zijn Janneke Stoute, sopraan, Elsbeth Gerritse, mezzo-sopraan en Chris Postuma, tenor.
Het eerste concert van de aloude Muziekkring Enkhuizen (van 1946!) is meteen raak: een fijn Bachconcert door het Bach Ensemble Amsterdam, met op het programma het openingskoor van Cantate BWV 214: Tönet Ihr Pauken, Erschallet Trompeten! waarbij je denkt als de eerste tonen klinken: Dat ken ik, is dat niet het begin van het Weihnachtsoratorium? Inderdaad, goed gehoord. Bach recycelde nog wel eens het een en ander. Vervolgens van Jean-Joseph de Mondonville: In Exitu Israel (Toen Isarël uit Egypte vertrok) en na de pauze het wonderschone Magnificat, de lofzang van Maria, op Latijnse tekst. Natuurlijk werd het concert weer op vrolijke wijze geopend door de voorzitter Joke Poelsma, waarin ze uitgebreid stilstond bij het Bach Ensemble, de solisten en wat huishoudelijke mededelingen. De dirigente vertelde dat men dit programma in de schitterende kathedraal van Vezelay (Fr.) in juli had uitgevoerd in dezelfde warmte, maar dat de luchtvochtigheid hier zou leiden tot het vaker stemmen van de instrumenten. Erg fijn trouwens dat de integrale teksten beschikbaar waren op dubbel A4.
Johann Sebastian Bach (1685-1750). Goede wijn behoeft geen krans, maar toch is het aardig iets van de ontstaansgeschiedenis van zo’n cantate te achterhalen. Cantate BWV 214 is geschreven voor de verjaardag op 8 december 1733 van de nieuwe koningin van Saksen en Polen Maria Josepha en hoort tot een reeks van zes felicitaties op muziek die Bach schreef en uitvoerde voor het Koningshuis in 1733 en 1734. Deze uitvoeringen in Kaffeehaus Gottfried Zimmermann in Leipzig zullen HKH nooit gehoord hebben maar Bach liet de luxueus uitgevoerde tekstboeken per koerier naar het vorstelijk hof in Dresden brengen. Welnu: het stuk begint spectaculair, want vanuit de tekst wordt het optreden van pauken en trompetten verklaard evenals dat van de strijkers en zangers. Het stuk heeft de A-B-A vorm, de hoekdelen instrumentaal met ”ingebouwde” koorpartijen; het middendeel primair vocaal en polyfoon, dat we meestal alleen in kerkmuziek horen. Hier klinken de gelukwensen van de Saksische bevolking voor de jarige vorstin. De heerlijk overrompelende pauken- en trompettenklanken als inleiding op de koorinzet. Erschallet! Nou en dat deed het! Een vuurwerk van enthousiasme brak los, weergalmend in de gewelven van de aloude Zuiderkerk. Het “Königin lebe!” werd door de vier solisten vrolijk en feestelijk gezongen in afwisseling met het koor. Welk een schwung, wat een verrukkelijk gebeuren… Opnieuw die fantastische opening. De dirigente zweepte de zangeressen en zangers van het koor op tot grootse prestaties. In een woord: adembenemend en vele kippenvelmomenten. Een dankbaar applaus van de vele toehoorders klaterde op.
Jean Joseph Cassanea de Mondonville, (1711-1772). Frans violist en componist wiens vader als musicus verbonden was aan de kathedraal van Narbonne. De zoon schreef sterke, expressieve en beschrijvende muziek: Vele Motettten, vioolmuziek en opera’s. Hij werd directeur van de Concerts Spirituels in Parijs. Niet de eerste de beste dus! In Exitu Israel. Gecomponeerd in 1753 en de eerste uitvoering in de Koninklijke Kapel, voor de Concerts Spirituels, het is een zgn. Grand Motet. 1. Koor. In Exitu Israel:Toen Israël uit Egypte trok. Bij de inzet van de violen zit je meteen volop in de Franse Barok! Je hoort Rameau, Lully, Couperin. Bijzonder dat die Fransen zo’n aparte barokstijl voortbrachten. De tenoren beginnen en de rest valt in en bezingt de legitimiteit van Juda’s en Israëls bestaan door God gewaarborgd. 2. Koor. Mere vidit et fugit. Zeer beeldend: stotterende ma-ma-ma-klanken in stijgende en dalende klankenreeksen verbeelden de schrik van de zee die vlucht. 3. Koor. Jordanis conversus est retrorsum. Zeer expressieve muziek: je ziet a.h.w. de Jordaan terugdeinzen. Het koor zingt stralend. 4. Aria. mezzosopraan. Montes exsultaverunt. Bergen en heuvels springen als lammetjes. Prachtig gezongen door Elsbeth. In een heel pastorale sfeer met veel expressie gebracht, (trillers!)en begeleid door een fraaie fagotsolo. 5. Koor. Quid est tibi. De acht mannenstemmen dragen deze tekst voor, sonoor en sterk. 6. Bassolo met koor. A Facie Domini… Beef aarde voor de Heer die water uit de rots voortbrengt. Bas Michel geeft ons de volle omvang van zijn kunnen, gesteund door het koor. Indrukwekkend. 7. Aria, sopraan.. Qui timent Dominum. Een lieflijke aria, heerlijk-stralend gezongen door Janneke, omrankt door snaren en blokfluiten. 8. Koor. Non mortui…Uitgebreide lofprijzingen voorafgegaan door een mooie instrumentale inleiding. Donkere klanken: de dóden brengen U geen eer en lof maar de levenden barsten dan ook in grote jubel uit: zij prijzen Hem tot in eeuwigheid! Een toejuichend applaus was de beloning van het overenthousiaste publiek voor deze voortreffelijke muzikanten: orkest, koor, solisten en dirigente Paulien Kostense. Hulde!
J.S. Bach: Magnificat (1723). De Lofzang van Maria op Latijnse tekst. Hij schreef twee versies, de eerste in Es groot. In 1730 transponeerde hij het werk naar D groot en deze zetting wordt beschouwd als de definitieve versie. En, het is het mooiste handschrift dat Bach ooit vervaardigde. Een klein doch groots werk kun je het wel noemen. Iemand zei ooit: Mocht je onbekend zijn met Bachs werk voor koor, solisten en orkest dan biedt het Magnificat een schitterende dwarsdoorsnede van zijn genialiteit. 1. Koor. Magnificat, anima mea Dominum. Een spetterende “ouverture” in een stralend begin van Maria’s lofzang: ook hier de feestelijke trompet- en paukenklanken, en dan waaiert de lofzang breeduit: een soort wonder zulke muziek te horen op één woord. 2. Aria. (mezzosopraan). Detail: alle aria’s hebben de A-B vorm, dus ze zijn kort en bondig. Exsultavit spiritus meus in Deo salutari meo. De uitbundige stem van het volk van het Magnificat wijkt voor de ingetogen vreugde van Maria, omkranst door alle snaren van het voorbeeldig spelende orkest. 3. Aria. (sopr. 1) Quia respexit humilitatem ancillae suae… Een ingetogen aria, vol expressie en geestkracht gezongen door Janneke in dialoog tussen de even expressieve solo van de oboe d’amore. 4. Koor. Omnes generationes! Sopraan en hobo kunnen hun tekst haast niet eens afmaken, bijna in de rede gevallen door de rijen van generaties, die zich verdringen om Maria te prijzen. Indrukwekkend sterk gezongen. Mooi contrast tussen het laatste Omnes en de Generationes. Bravo! 5. Aria. (bas). Quia fecit mihi magna qui potens est. Geen geweldige machtsdemonstratie maar de meest kleinschalige aria voor de bassolist en continuo. Het hardnekkige ostinato (telkens terugkerend motief) van het continuo geeft een uitdrukking van onverzettelijkheid. Kordaat, expressief en sterk gezongen door Michel! Wat een volume, alleen begeleid door cello en orgel. 6. Duet. (alt en tenor). Et misericordia eus aprogenie in progenies timentibus eus. Gracieus duet door strijkers con sordino begeleid èn twee fluiten; het 12/8ste ritme geeft een pastorale en intieme sfeer. Een ontroerende demonstratie van intieme zangkunst van Elsbeth en Chris. Prachtig! 7. Koor. Fecit potentiam. Gods afkeer van de menselijke hoogmoed in een zesstemmige koorfuga verbeeld. Het koor vangt aan, trompetten en pauken zetten kracht en luister bij, dan stilte en tenslotte uitlopend in een overweldigende coda. 8. Aria. ( tenor). Deposuit potentes de sede et extaltavit humilies. De muziek illustreert het vernederen en het van de troon stoten van de geweldigen in dalende en in de stijgende toonladders van het verheffen der nederigen. Heerlijk zoals de violen de krachten onderstrepen die de machtigen doen vallen. Voluit gezongen en met grote overtuiging; Chris stond er dan ook martiaal bij. Machtig mooi! 9. Aria. (alt). Esurientes implevit bonis et divites dimisit inane. Ook hier weer de contrasten tussen hoog en laag in de muziek verbeeld in de toonladders tussen de armen en de rijken: twee blokfluiten, orgel, cello en contrabas. Krachtig en toch licht ingehouden gezongen door Elsbeth met haar volle en warme stem. 10. Terzet. (sopr. I en II , alt) Suscipit Israel puerum….Werd door alle sopranen en alten van het koor unisono gezongen. Gaaf, haast maagdelijk-ingetogen en loepzuiver gebracht. Geflankeerd door orgel, cello en twee hobo’s. 11. Koor. Sicut locutus est ad patrem nostras, Abraham. Dit stuk klinkt veel „objectiever” dan de voorgaande bespiegelende delen. De geslachten worden verbeeld door een strenge vijfstemmige canon, meteen gevolgd door het Koor (12). Gloria Patris/Sicut locutus erat in principio. Na elke Gloria-uitroep bouwt het koor een harmonische spanning op voor elk lid van de Drie-eenheid: Vader, Zoon en H. Geest. De 3x 3 maten met triolen zijn de ultieme lofprijzingen aan de Triniteit, met weer de pauken en de drie trompetten die je werkelijk de rillingen over je rug jagen. Een fantastisch slot van dit kunstwerk. Aanhoudende toejuichingen vallen dirigente, solisten, koor en orkest ten deel. Een opgetogen publiek verlaat langzaam de kerk waarin deze muzikale verrukkingen zich hebben voltrokken. Hulde aan het Bestuur, dank aan allen die dit mogelijk maakten. Op naar het volgende concert . We popelen! Liefhebber, Klaas Herman de Haan
Comments